Soortnaam: Alyogyne huegelii.
Nederlandse naam: Blauwe malva.
Familie: Malvaceae.
Bijzonderheden: Een kruidachtige plant die tot dezelfde familie als de Abutilon en Hibiscus behoort;
niet echt wind- en regengevoelig is door de vlezige structuur van de steel en door de overvloedige ranken die telkens voor een rijke knop- en bloemvorming zorgen.
Afkomst / verspreiding: Zuiden-westen van Australië.
Standplaats: Bij voorkeur in de volle zon, maar kan ook in halfschaduw.
Bloeiseizoen: April tot november; met lichtblauwe op Ipoemea lijkende bloemen; de bloeiduur van de bloemen is kort namelijk: 2 á 4 dagen.
Door de rijke bloei is er geen gebrek aan bloemen.
Verzorging: Groeit in Australië in zanderige grond, kan echter ook in gewone potgrond; deze moet wel goed doorlatend zijn.
Zij hoeft niet veel water, zeker als de plant goed gemulchd is. Wel regelmatig gieten.
Bemesting: 1 keer per week.
Vermeerdering: Door stek vermeerderd, bloeit na anderhalf jaar;
Het kan ook door zaad. Dit zaad moet wel bewerkt worden (schuren of breken), anders is de schil te hard.
Overwintering: Vorstvrij overwinteren en vooral niet te nat houden.
Enkele kwekers overwinteren bij 10ºC.
Problemen: Gevoelig voor wortelrot bij lage temperaturen en bij een tekort aan licht in de winter. Ook soms last van rode spint.